Historisch rallyrijden

De historische rallysport wint aan populariteit. 

En dat is begrijpelijk, want er zijn steeds meer bezitters van een klassieker die méér willen dan met hun glimmende bolide de dorpsstraat op en neer rijden. Die uit hun auto – en uit zichzelf – willen halen wat erin zit. Wie zich oriënteert op het rijden van rally’s, heeft vaak zijn licht al opgestoken bij vrienden en kennissen die deze sport bedrijven. En weet inmiddels dat historisch rallyrijden iets heel anders is dan het jaarlijkse puzzelritje van de merkenclub of de personeelsvereniging; dat de adrenaline grote hoogten kan bereiken en dat er behoorlijk wat van auto, bestuurder en navigator wordt gevraagd. Maar wat precies? De informatie hieronder geeft antwoord op de meest gestelde vragen van toekomstige rallyrijders.

Wat is een historische rally? 

De (historische) rallysport kent een lange traditie. Het vroeger veel gebezigde woord ‘rittensport’ is inmiddels door meer trendy benamingen vervangen, maar duidt nog steeds goed aan wat wordt bedoeld. Alhoewel er vele varianten op de basis bestaan, beschrijven we in dit antwoord de meest voorkomende opzet.

Tijdens een rally rijdt men in wedstrijdverband van start naar finish, volgens een voorgeschreven wijze en binnen een voorgeschreven tijdsduur. De winnaar is degene die exact op het juiste tijdstip de juiste bestemming bereikt en hiervoor de juiste route heeft gekozen, wat te zien is aan zijn correct ingevulde wedstrijdkaart, waarop de juiste controles in de juiste volgorde vermeld staan. Het is dus niet zo dat u op afgesloten wegen klassementsproeven moet afleggen waarbij het erom gaat zo snel mogelijk het parcours af te leggen. Dit is écht een andere tak van autosport. Soms wordt u gevraagd om een behendigheidsproef op een afgesloten terrein af te leggen, maar dit is vrijwel altijd van ondergeschikt belang.

Het betekent wel dat hij het reglement van deze rally nauwkeurig heeft bestudeerd,  de route conform de kaartleesopdracht en dit reglement heeft geconstrueerd en vervolgens deze route zo nauwkeurig mogelijk binnen de beschikbare tijd heeft gereden. Voor diegene die nu een lichte teleurstelling voelt opkomen voegen we daar graag aan toe dat dit veel simpeler en saaier klinkt dan het is. Historische rally’s zitten meestal zo vernuftig in elkaar, dat het zelfs de meest ervaren cracks niet (meer) lukt om zonder strafpunten aan de finish te komen. Wat inhoudt dat zij dus – wellicht zelfs meermalen – een foute beslissing hebben genomen. De voorgeschreven gemiddelde snelheid van bijvoorbeeld 45 km per uur betekende dan in werkelijkheid regelmatig flink doorrijden om nog binnen de gestelde tijd te kunnen arriveren.

Vredesteinbus_1972_04_1

De legendarische Vredesteinbus bij de start van een rally in 1972,
toen onze rally’s nog niet “historisch” heetten.

 

Het woord ‘historisch’ in dit verband duidt natuurlijk op de auto. Waar in moderne rally’s gebruik wordt gemaakt van een moderne, optimaal geprepareerde auto met hightech navigatieapparatuur, geldt dat in historische rally’s de deelnemende auto aan bepaalde ‘historische’ eisen moet voldoen.

Welke soorten rally’s zijn er? 

U heeft tegenwoordig keus uit een enorm breed aanbod aan historische rally’s. Een dagje in Friesland of ruim een week door Frankrijk. In mooi weer of door de sneeuw. Met zware competitie of het meer ontspannende type rally. Er zijn veel verschillende mogelijkheden, wat ook aan veel verschillende mensen de mogelijkheid biedt datgene te doen waar zij zich het meest bij thuis voelen. Het is belangrijk dat u vooraf goed bekijkt wat een bepaald evenement u biedt, zodat u de rally ook met succes kunt uitrijden. Zo lijkt de Expertklasse van de Historic Tulpenrallye voor beginners wat te ambitieus, terwijl een van de vele regionale toertochten wellicht te weinig biedt voor de meer ervaren equipes. In de bekende klassiekertijdschriften en op de rallykalender van de Dutch Historic Rally Club vindt u een overzicht van alle rally’s die verreden kunnen worden. Bij de organisatoren van deze rally’s kunt u dan meer informatie opvragen.

Uitzetters hanteren een veelheid aan kaartleessystemen. Dat zijn onder andere grensbenadering, ingetekende lijn, al dan niet met barricades, blinde lijn, punten vrije route, punten met tussen de punten de (op één na) kortste route, pijlen met de (op één na) kortste route en zo nog een paar. Combinaties van systemen komen ook voor. Het duizelt u nu misschien, maar in de praktijk valt het reuze mee. Gelukkig zijn er ook kaartleescursussen om u wegwijs te maken. De DHRC organiseert er jaarlijks enkele. Tijdens een rally worden meestal een drie of vier systemen gebruikt. De DHRC organiseert vier keer per jaar oefenritten om ervaring op te doen, de zogenaamde “KLIP’s” (Kaartlezen in praktijk). De KLIP’s zijn razend populair bij zowel beginnende als geroutineerde rijders en navigatoren. Voorafgaand aan de KLIP is er een instructie over de te gebruiken kaartleessystemen en dan ‘het veld in’ om ervaring op te doen. Na afloop krijgt u een uitgebreide presentatie/uitleg over hoe het had gemoeten. U krijgt de uitleg ook op papier mee, zodat u het thuis nog eens op uw gemak kunt nakijken.

Oefening baart kunst

U gaat het steeds beter beheersen en boekt zelfs soms al een succesje. Het is leuk om eerst een paar jaar in de Tourklasse te rijden, om daarna de stap zetten naar de Sportklasse. Die is met de kaartleesopdrachten moeilijker dan de Tourklasse en de snelheid gaat een grotere rol spelen: u krijgt minder tijd voor een traject. Maar in alle gevallen verwachten we respect voor de verkeersregels, andere verkeersdeelnemers en omwonenden. Soms controleren we zélf de snelheid met een laserpistool.

Wat heb ik nodig om mee te doen?

Een auto, een bestuurder en een navigator.

In de meeste gevallen zijn de auto en bestuurder al een ‘paar’, maar het komt ook voor dat de navigator de autobezitter is. Wie de auto levert maakt niet uit. Het allerbelangrijkste is dat u als equipe goed kunt samenwerken en daar vooral veel plezier aan beleeft. Op de stoel van een bestuurder moeten nu eenmaal heel andere dingen gebeuren dan op de stoel van de navigator.
De bestuurder moet in de regel een goed stel oren hebben (en deze gebruiken als zijn of haar navigator aanwijzingen geeft!), een niet te zware rechtervoet en af en toe bereid zijn het rempedaal te beroeren. De navigator zegt niet te veel maar precies de goede dingen, heeft een sterke maag en een heilig vertrouwen in de stuurmanskunst van zijn of haar bestuurder. In de aanvulling ligt het succes, dus u moet vooral samen goed door één deur kunnen. Navigeren is een talent dat zich, al doende, ontwikkelt.

In de auto heeft u – als u wat verder bent – een gekalibreerde tienmeterteller, een zendergestuurd klokje en een kompas nodig. Voor avond- en nachtrally’s kan het handig zijn om extra verlichting te monteren. De navigator maakt tijdens het navigeren gebruik van een plankje waarop hij de kaart legt, een liniaaltje op schaal, en pen en een markeerstift. De meeste navigatoren gebruiken een loep om de kaartdetails beter te zien. Bij rally’s in het donker is een lampje om de kaart te verlichten niet onhandig. Er zijn speciale kaartleesbakken te koop, met een ingebouwde loep en ingebouwde verlichting.

Welke eisen worden er aan de auto gesteld? 

Een klassieke auto is een auto die minstens 30 jaar oud is. Dat de wetgever op dit moment andere normen hanteert voor de motorrijtuigenbelasting staat hier even buiten. Rally-organisatoren hebben met elkaar in een overkoepelende organisatie afgesproken dat 30 jaar de leeftijdsgrens is, al kunnen organisatoren zelf de grens anders stellen. De Tulpenrallye bijvoorbeeld hanteert 1972 als leeftijdsgrens.

Ook de apparatuur die wordt gebruikt om de navigator te ondersteunen is aan bepaalde eisen gebonden. Bij vrijwel geen enkele rally zijn navigatiesystemen zoals TomTom of zoals die op smartphones beschikbaar zijn toegestaan. Die mag u gebruiken om naar de startlocatie te rijden, maar daarna dient u hem netjes in de kofferbak op te bergen. Wordt u betrapt op het toch gebruiken van een navigatiesysteem tijdens een rally, dan kunt u direct gediskwalificeerd worden. Tot voor kort waren bij veel rally’s elektronische tienmetertellers (“triptellers”) uit den boze en werden alleen mechanische triptellers toegestaan. Tegenwoordig zijn bij vrijwel alle rally’s ook moderne triptellers, al dan niet voorzien van de mogelijkheid om de gemiddelde snelheid af te lezen, ook toegestaan.

Halda twinmaster
Klassieke dubbele tripteller (ééntje voor de totaalafstand,
ééntje voor de tussenafstanden) van het Zweedse Halda,
waar tegenwoordig zeer forse prijzen voor worden gevraagd.

 

Verder moet uw auto minimaal WA verzekerd zijn waarbij eventuele schades aan derden ontstaan tijdens rallyrijden ook gedekt zijn. U dient uw polis hierop goed na te kijken en eventueel een aanvullende verzekering af te sluiten, die rallyrijden met uw voertuig (in binnen en buitenland) dekt.

Wat zijn de spelregels? 

De meeste rallyorganisatoren zijn aangesloten bij de Nederlandse Historische Rally Federatie (NHRF).  Deze federatie heeft een standaard reglement uitgegeven. Alle  aangesloten rallyorganisatoren dienen dit standaard reglement te hanteren bij de door hen georganiseerde evenementen.

Daarnaast vaardigt elke organisator een zogenoemd bijzonder reglement uit, dat details beschrijft over het betreffende evenement.

Zo moeten er regels in staan over de leeftijd en de staat van het deelnemende voertuig, toegestane apparatuur en reclame, maar ook over veilig weggebruik door deelnemers en eventuele bestraffingen indien men die regels overtreedt. Daarnaast bevat het bijzonder reglement informatie voor de navigator over de systemen die tijdens het evenement gebruikt worden en specifieke wedstrijdregels als tijdmetingen, strafpunten en dergelijke. Het is zaak dat u beide reglementen goed bestudeerd heeft en zich aan de regels houdt. Een slechte reputatie op dit gebied kan voor u persoonlijk tot uitsluiting van rally’s leiden, maar in breder verband ook tot een slechte naam van de sport. En daar schiet niemand iets mee op.

Wat kost het?

Rallyrijden is niet echt goedkoop. De preparatie van de auto, het inschrijfgeld, de benzine onderweg, kosten voor overnachting en eten, noem maar op. Er zijn rally’s die een dag duren en waarvoor u met een relatief klein budget uit de voeten kunt. Maar u kunt ook een week door Europa of nog verder. De kosten zullen dan navenant oplopen. U vindt de deelnamekosten en eventuele extra kosten terug in de rally-agenda en kunt dan altijd nog besluiten of u zich inschrijft.